Banneux

Samen met Michaël onze buschauffeur en engelbewaarder trokken we naar Sprimont-Banneux. In de winter van 1933 is Maria er achtmaal verschenen aan de 12jarige Mariette Béco. De Heilige Dame noemde zichzelf de Maagd der Armen.
Na een deugddoende koffie trokken we naar de Sint Franciscus Kapel voor de eucharistieviering – de naam kon niet gepaster zijn op deze paasmaandag waarop paus Franciscus overleden is. Etienne leerde ons in de preek dat het paasverhaal ons leert dat geloof geen doodlopend straatje is.
Tijd voor de ‘ballekes in Luikse saus’ vergezeld van knapperige frietjes en kraakverse sla met mosterddressing. Een dikke merci aan de zuster en haar kookploeg.
In de namiddag baden we samen de glorievolle mysteries. Onder de weesgegroeten verkenden we het domein: we volgden de vlinders voorbij de dankbeelden en kapelletjes langs de beewegen, de Sint-Michielskapelaan het begin van de Kruisweg en de openluchtkerk. Onder het zingen van het Banneuxlied stapten we een halfuurtje later van het arbeidershuisje waar Mariette woonde en het kerkje dat op de plaats van de eerste verschijning werd gebouwd naar de bron die Maria aan de Naties schonk om de zieken te verlichten. Er volgde nog wat vrije tijd om een kaars aan te steken, kans op persoonlijk gebed of op een pint – met al dan niet een tussenstop in de winkeltjes.
Om vier uur wachtten geurige stukken vlaai en taart op ons in de hospitaliteit. De nodige calorieën om de terugrit te overleven. Veilig en wel kwamen we terug aan onze eigen kerken rond 19 uur.


